ECLI:NL:GHAMS:2011:BT6529
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.H. de Bock
- W.J. Noordhuizen
- J.C. Toorman
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende sollicitatie-inspanningen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 juli 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van appellant. Appellant, een 36-jarige man, was samen met zijn echtgenote op 26 januari 2009 toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De echtgenote was gedeeltelijk arbeidsgeschikt en had een netto inkomen van ongeveer € 1.300,- per maand, terwijl appellant geen eigen inkomsten had. De schuldenlast van appellant was op 25 november 2008 vastgesteld op € 23.936,98, maar was bij verificatie op 9 november 2010 gestegen naar € 41.084,29.
Het hof oordeelde dat appellant tekortgeschoten was in zijn verplichtingen om actief mee te werken aan de schuldsaneringsregeling. Ondanks dat hij enkele vacatures had gevonden en sollicitaties had verstuurd, was er onvoldoende bewijs dat hij daadwerkelijk had gesolliciteerd. Het hof concludeerde dat appellant niet naar behoren had voldaan aan zijn informatie- en sollicitatieverplichting, wat leidde tot de beslissing om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. Het feit dat de schuldsaneringsregeling van zijn echtgenote niet was beëindigd, deed hieraan niet af, aangezien de beoordeling van de verplichtingen individueel plaatsvond.
De uitspraak benadrukt het belang van actieve medewerking van de schuldenaar aan de uitvoering van de schuldsaneringsregeling, en dat het niet voldoen aan deze verplichtingen kan leiden tot beëindiging van de regeling. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank Amsterdam, die eerder had geoordeeld dat appellant niet aan zijn inspanningsverplichting had voldaan. De beslissing van het hof kan binnen acht dagen na de uitspraak worden aangevochten door middel van een verzoekschrift aan de Hoge Raad.