ECLI:NL:GHAMS:2011:BR6682
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitleg van een overeenkomst met betrekking tot de koopprijs van aandelen en de toepassing van een Bad Leaver-bepaling
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam werd behandeld, ging het om een hoger beroep van de commanditaire vennootschap Deutsche Post Select Mail Nederland C.V. en de besloten vennootschap SW Post Beheer B.V. tegen de besloten vennootschap Postbus 21 Beheer B.V. De zaak betreft de uitleg van een overeenkomst die op 25 augustus 2006 was gesloten, waarin aandelen in Mailmerge Nederland B.V. werden verkocht. De koopprijs diende in termijnen te worden betaald, met een laatste termijn die op 2 januari 2009 moest worden voldaan. De overeenkomst bevatte een Bad Leaver-bepaling die van toepassing zou zijn als leden van het management van Mailmerge vóór deze datum hun functie zouden beëindigen. De vraag was of de opzegging van de arbeidsovereenkomsten van twee managers op 1 januari 2009 hen kwalificeerde als Bad Leavers, wat zou leiden tot een korting op de koopprijs. Het hof oordeelde dat de opzegging op 1 januari niet als een vertrek als Bad Leaver kon worden beschouwd, omdat de betaling op 2 januari was gepland, een dag waarop de banken gesloten waren. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank, die de vordering van Postbus 21 had toegewezen, en verwierp de argumenten van SMN en SW Post. Het hof benadrukte dat de uitleg van contractuele bepalingen niet alleen op taalkundige betekenis gebaseerd kan zijn, maar ook op de redelijkheid en billijkheid in de gegeven omstandigheden. De slotsom was dat de grieven van SMN en SW Post faalden, en zij werden in de kosten van het hoger beroep verwezen.