ECLI:NL:GHAMS:2011:BR1900
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een energiecontract en bewijsvoering van beëindiging
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een hoger beroep van een appellante tegen de besloten vennootschap OXXIO NEDERLAND B.V. De zaak betreft de vernietiging van een energiecontract dat niet schriftelijk was bevestigd. De appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H. Plantenga, stelde dat zij en haar dochter in 2003 telefonisch contact hebben opgenomen met Oxxio om het contract te beëindigen. De dochter van appellante getuigde dat zij en haar zus Oxxio hadden gebeld en dat hen was verteld dat ze € 50,-- moesten betalen om het contract te beëindigen. Na betaling van dit bedrag ontving appellante echter opnieuw hoge rekeningen van Oxxio, wat leidde tot juridische stappen.
Oxxio, vertegenwoordigd door mr. R.R.F. van der Mark, betwistte de verklaringen van appellante en haar dochter. Oxxio stelde dat er geen bewijs was van de beëindiging van het contract en dat de dochter niet bevoegd was om namens appellante op te treden. Het hof oordeelde dat de getuigenverklaring van de dochter, in combinatie met een schriftelijke verklaring van een maatschappelijk werkster, voldoende bewijs vormde voor de beëindiging van het contract. Het hof oordeelde dat appellante geslaagd was in het leveren van bewijs dat zij het contract had willen beëindigen en dat Oxxio niet gerechtigd was om verdere betalingen te eisen.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis en wees de vordering van Oxxio af. Tevens werd Oxxio veroordeeld tot betaling van een bedrag aan appellante, inclusief wettelijke rente en proceskosten. Dit arrest benadrukt het belang van bewijsvoering in contractuele geschillen en de rechten van consumenten in dergelijke situaties.