ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1667
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schuldsaneringsregeling en schone lei
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een hoger beroep in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). De appellant, vertegenwoordigd door mr. F.J.H. Somers, had eerder een verzoek ingediend tot het verkrijgen van een schone lei na beëindiging van de schuldsaneringsregeling. De rechter-commissaris had echter eerder al om tussentijdse beëindiging van de regeling verzocht op basis van dezelfde feiten. Het hof heeft in zijn uitspraak op 5 april 2011 de eerdere beslissing van de rechter-commissaris bevestigd en geoordeeld dat de appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die een herbeoordeling rechtvaardigden. Het hof benadrukte dat de toetsing van feiten en omstandigheden die al eerder waren beoordeeld, niet opnieuw kon plaatsvinden in een latere procedure. De appellant had geen andere argumenten of bewijsstukken gepresenteerd die de eerdere beslissing konden ondermijnen. Het hof concludeerde dat de eerdere beslissing om de schuldsaneringsregeling te beëindigen met verlening van een schone lei, niet kon worden herzien. De uitspraak resulteerde in de bekrachtiging van het vonnis waarvan beroep, waarbij de appellant werd veroordeeld in de kosten van het appel, inclusief de kosten van de getuigenverhoren. De uitspraak is gedaan door de tweede meervoudige burgerlijke kamer van het hof, en de griffier was aanwezig tijdens de openbare zitting.