ECLI:NL:GHAMS:2011:BP3814
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vernietiging van een besluit van de Vereniging van Eigenaren afgewezen wegens gebrek aan schade
In deze zaak heeft [Appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn vordering tot vernietiging van een besluit van de Vereniging van Eigenaren (VvE) werd afgewezen. De vordering was gebaseerd op een besluit genomen tijdens een vergadering van de VvE op 19 augustus 2008, waarbij wijzigingen in de splitsingsakte werden voorgesteld. [Appellant] was niet aanwezig bij deze vergadering en had voorafgaand aan de vergadering om uitstel gevraagd, wat niet werd gehonoreerd. Hij stelde dat zijn recht om aanwezig te zijn bij de vergadering was geschonden.
Het hof oordeelde dat de weigering om de vergadering uit te stellen geen schending van het aanwezigheidsrecht van [Appellant] opleverde, aangezien hij in de nabijheid woont en werkt. Daarnaast werd betoogd dat de wijziging van de splitsingsakte in strijd was met artikel 5:139 BW, maar het hof volgde deze uitleg niet. Het hof concludeerde dat de wetgever geen aanvullende bescherming voor minderheidsbelangen had geïntroduceerd in situaties met minder dan vijf appartementseigenaren.
Het hof oordeelde verder dat [Appellant] geen schade had geleden door het besluit, omdat zijn vermogenspositie niet was veranderd door de wijziging van de splitsingsakte. De waarde van zijn appartementsrecht werd niet beïnvloed door het besluit, en de enkele mogelijkheid van toekomstige ontwikkelingen was onvoldoende om schade aan te nemen. Uiteindelijk werd het bestreden vonnis bekrachtigd en werd [Appellant] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.