In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een hoger beroep van LATER MANAGEMENT EN PENSIOEN B.V. (hierna: LMP) tegen de curator in het faillissement van Barthelomeus Noël Patrick [Z]. Het hof heeft op 1 november 2011 een tussenuitspraak gedaan, waarin het de benoeming van een deskundige heeft gelast om te adviseren over de gebruikelijkheid van de door [Z] gehanteerde percentages voor opslagkosten in de bouwsector. Dit volgde op een eerder tussenarrest van 23 november 2010, waarin het hof al had aangegeven behoefte te hebben aan deskundige voorlichting over de opslagkosten die door [Z] in rekening zijn gebracht.
Het hof heeft in het tussenarrest partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de benoeming van een deskundige en de vragen die aan deze deskundige voorgelegd moeten worden. Beide partijen hebben ingestemd met de benoeming van één deskundige, maar er was geen overeenstemming over de persoon van de deskundige. Het hof heeft daarom ambtshalve J.S. Mooij, Register Kostenmanager bij Bellus Bouwkosten Consultancy B.V., benoemd als deskundige.
De deskundige zal onder andere de vraag beantwoorden of de door [Z] gehanteerde percentages voor opslagkosten gebruikelijk zijn in de branche en, indien dat niet het geval is, welk percentage als gebruikelijk kan worden beschouwd. Daarnaast zal de deskundige ook andere relevante vragen behandelen die door de partijen zijn voorgesteld. Het hof heeft bepaald dat LMP een voorschot van € 3.200,- moet deponeren voor de kosten van de deskundige en dat de deskundige zijn bevindingen uiterlijk 7 februari 2012 moet indienen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 7 februari 2012 voor het deskundigenbericht.