ECLI:NL:GHAMS:2010:BN9721
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.D.R.M. Boumans
- A. Bockwinkel
- S. Clement
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van appellant tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Appellant, een 39-jarige alleenstaande man, had eerder een eenmanszaak en ontving een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Hij had een aantal schulden, waaronder alimentatieverplichtingen en een schuld aan het CJIB. De rechtbank Haarlem had op 16 maart 2010 zijn verzoek tot schuldsanering afgewezen, omdat appellant niet voldoende had aangetoond dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden. Het hof oordeelde dat appellant niet inzichtelijk had gemaakt hoe zijn schulden waren ontstaan en dat hij in verhouding tot zijn inkomen en lasten op te ruime voet had geleefd. De huur van zijn woning was bijvoorbeeld € 1.200,- per maand, terwijl hij geen inkomsten had. Ook was er onduidelijkheid over de oorsprong van zijn alimentatieschuld en de schuld aan benzinebonnen. Het hof concludeerde dat appellant niet had aangetoond dat hij te goeder trouw was en bevestigde de beslissing van de rechtbank. Het hof bekrachtigde de afwijzing van het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, omdat er onvoldoende omstandigheden waren die een ander oordeel rechtvaardigden. Appellant had de mogelijkheid om binnen acht dagen na de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.