ECLI:NL:GHAMS:2010:BN8807
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- N.F. van Manen
- R.P.P. Hoekstra
- J.P.W. Helmonds
- Rechtspraak.nl
Heimelijk fotograferen van douchende personen en de kwalificatie als ontuchtige handeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Alkmaar. De verdachte was beschuldigd van het heimelijk fotograferen en filmen van personen die in een afgesloten doucheruimte aan het douchen waren. De rechtbank had eerder geoordeeld dat deze handelingen als ontuchtige handelingen moesten worden gekwalificeerd volgens artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht. De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaren, en een werkstraf van honderd uren, eventueel te vervangen door vijftig dagen hechtenis.
Het hof heeft echter geoordeeld dat het heimelijk fotograferen en filmen van douchende personen, zelfs als de intentie bestond om deze beelden te gebruiken voor eigen lustgevoelens, niet kan worden aangemerkt als handelingen van seksuele aard. Het hof heeft zich verenigd met het vonnis waarvan beroep, maar heeft aanvullend overwogen dat de handelingen niet onder de definitie van ontuchtige handelingen vallen zoals bedoeld in de wet. Dit arrest is gewezen na onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en in hoger beroep, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte.
De uitspraak van het hof bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank, maar biedt een belangrijke juridische nuance over de kwalificatie van heimelijk fotograferen in situaties waarin de gefilmde personen zich in een privéomgeving bevinden. Het hof benadrukt dat de intentie van de dader niet automatisch leidt tot een kwalificatie als ontuchtige handeling, wat een belangrijke overweging is in vergelijkbare zaken.