ECLI:NL:HR:2012:BW5000
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie over heimelijk fotograferen en filmen in doucheruimte en de kwalificatie als ontuchtige handelingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de verdachte die op 22 augustus 2009 in een doucheruimte op camping 'Koogerstrand' te Texel heimelijk foto's en video's heeft gemaakt van een naakte persoon. De verdachte heeft zijn mobiele telefoon met ingebouwde camera over de scheidingswand van de douchehokjes gehouden en heeft op deze manier de privacy van de aangever geschonden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde ontuchtige handelingen, omdat het heimelijk fotograferen en filmen niet als ontuchtige handelingen in de zin van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht kan worden gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van handelingen van seksuele aard, wat een vereiste is voor de toepassing van dit artikel.
De Advocaat-Generaal heeft in cassatie geconcludeerd tot vernietiging van het arrest van het Hof en terugwijzing van de zaak. Het Hof heeft echter het vonnis van de rechtbank bevestigd, met de overweging dat het heimelijk fotograferen en filmen van personen in een doucheruimte niet kan worden aangemerkt als ontuchtige handelingen, zelfs niet als de intentie bestond om de beelden te gebruiken voor seksuele doeleinden. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen en het oordeel van het Hof bevestigd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onjuist heeft geoordeeld over de uitleg van artikel 246 Sr en dat de motivering van het Hof toereikend was.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de juridische kwalificatie van heimelijk fotograferen en filmen in situaties waarin de privacy van individuen wordt geschonden, maar waarbij de handelingen niet als ontuchtig kunnen worden gekwalificeerd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een duidelijke scheiding tussen privacy-inbreuken en ontuchtige handelingen volgens de wet.