ECLI:NL:GHAMS:2010:BL1994
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- S. Clement
- A. Bockwinkel
- R.H. de Bock
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating tot schuldsaneringsregeling na eerdere beëindiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 januari 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van appellant om opnieuw toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling. Appellant had eerder, in de periode van 1 juli 2002 tot 9 juni 2004, een schuldsaneringsregeling gehad die was beëindigd. De rechtbank Amsterdam had op 18 augustus 2009 het verzoek van appellant tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de eerdere regeling binnen tien jaar voor het nieuwe verzoek was beëindigd. Dit gebeurde omdat appellant niet had voldaan aan zijn verplichtingen, waaronder het verstrekken van informatie aan de bewindvoerder en het afdragen aan de boedel.
Het hof overwoog dat artikel 288 lid 2 sub d van de Faillissementswet (Fw) een imperatieve afwijzingsgrond bevat voor verzoeken om opnieuw toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling, tenzij aan bepaalde uitzonderingsvoorwaarden is voldaan. In dit geval was er geen sprake van een uitzonderingssituatie, aangezien appellant niet had aangetoond dat de eerdere beëindiging van de schuldsaneringsregeling niet aan hem te wijten was. De rechtbank had terecht geoordeeld dat appellant niet aan zijn verplichtingen had voldaan, wat leidde tot de afwijzing van zijn verzoek.
Het hof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank en stelde vast dat appellant niet in aanmerking kwam voor een nieuwe schuldsaneringsregeling. Dit arrest benadrukt het belang van het voldoen aan de verplichtingen tijdens een schuldsaneringsregeling en de strikte toepassing van de wetgeving op dit gebied.