Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
1) wist dat zijn oogzenuwontsteking van 1993 was veroorzaakt door de bij hem in 1999 gediagnosticeerde multiple sclerose en
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de naamloze vennootschap Amersfoortse Algemene Verzekering Maatschappij N.V. (hierna: De Amersfoortse) en een particuliere verzekerde, [geïntimeerde], over de dekking van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. De Amersfoortse heeft een beroep gedaan op clausule 31 van de verzekering, die stelt dat er geen recht op uitkering bestaat bij arbeidsongeschiktheid die verband houdt met een eerder doorgemaakte oogzenuwaandoening. De verzekerde heeft in 1993 een oogzenuwaandoening gehad, maar sinds 1994 geen klachten meer ervaren. In 1999 werd bij hem multiple sclerose vastgesteld. In 2006 heeft de verzekerde verzocht om opheffing van clausule 31, wat door De Amersfoortse is toegestaan. Echter, na een melding van arbeidsongeschiktheid in 2008 heeft De Amersfoortse de uitkering geweigerd, stellende dat de arbeidsongeschiktheid verband hield met de eerder genoemde oogzenuwaandoening.
Het hof heeft in hoger beroep de vraag beantwoord of de opheffing van clausule 31 rechtsgeldig was en of de multiple sclerose onder de uitsluiting viel. Het hof oordeelde dat de verzekerde bij zijn verzoek om opheffing van clausule 31 niet heeft gemeld dat hij leed aan multiple sclerose en dat hij sinds 1 januari 2006 voor 30% arbeidsongeschikt was. Dit werd gezien als een schending van de mededelingsplicht. Het hof concludeerde dat de opheffing van clausule 31 nietig was, omdat de verzekerde niet de noodzakelijke informatie had verstrekt die de verzekeraar nodig had om de risico's te beoordelen. De Amersfoortse werd in het gelijk gesteld, en de vordering van de verzekerde werd afgewezen.
De zaak benadrukt het belang van transparantie en volledige mededeling van relevante medische informatie bij het aangaan van een verzekeringsovereenkomst, vooral wanneer het gaat om de uitbreiding van dekking. Het hof heeft de verzekerde toegelaten tot tegenbewijs, wat betekent dat hij de kans krijgt om zijn standpunt verder te onderbouwen in een volgende zitting.