ECLI:NL:GHAMS:2009:BH3832
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.D.R.M. Boumans
- S. Clement
- A.K.C. de Brauw
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatig handelen in faillissement: zorgplicht van schuldeisers
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 24 februari 2009, gaat het om de vraag of de geïntimeerden, in hun verschillende hoedanigheden, tekortgeschoten zijn in hun zorgplicht jegens de appellant, de Ontvanger van de Belastingdienst, als hoog preferente schuldeiser in het faillissement van de besloten vennootschap Steenbok Reuver B.V. De appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen eerdere uitspraken van de rechtbank, waarin zijn vorderingen werden afgewezen. De zaak betreft twee rolnummers: 106.004.597/01 en 106.004.596/01, waarbij de appellant vorderingen heeft ingesteld tegen de besloten vennootschap [vennootschap 1] en [X]. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de handelingen van de geïntimeerden niet onrechtmatig waren, wat door de appellant werd bestreden.
De appellant stelt dat de geïntimeerden onrechtmatig hebben gehandeld door niet te voldoen aan hun zorgplicht, wat heeft geleid tot een benadeling van de boedel van Steenbok ter waarde van f. 600.000,-. De appellant voert aan dat de geïntimeerden, door samen te werken, de winst van de verkoop van een partij tegels uit de boedel van Steenbok voor zichzelf hebben behouden, terwijl deze ten goede had moeten komen aan de boedel. Het hof heeft de argumenten van de appellant zorgvuldig overwogen, maar concludeert dat de geïntimeerden niet onrechtmatig hebben gehandeld. Het hof oordeelt dat de curator [X] niet heeft benaderd om hem te assisteren bij de verkoop, maar om een bod uit te brengen, waardoor [X] niet de bijzondere zorgplicht had die op hem rustte als voormalig bestuurder van Steenbok.
Uiteindelijk bekrachtigt het hof het vonnis van de rechtbank en verklaart de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad. De kosten van het geding in hoger beroep worden toegewezen aan de zijde van de geïntimeerden.