ECLI:NL:GHAMS:2008:BG2014

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
23-004056-07
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie door zoekraken strafdossier

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 oktober 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 juni 2007. Het hof heeft de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in zijn vervolging beoordeeld, waarbij het strafdossier van de verdachte zoek was geraakt. Ondanks diverse zoekacties is het dossier niet teruggevonden, en er zijn onvoldoende schaduwstukken beschikbaar voor een verdere behandeling van de zaak. Hierdoor kon het hof geen onderzoek naar de zaak verrichten, wat aan het openbaar ministerie wordt toegerekend. Het hof oordeelt dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vervolging. Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de eerste rechter. Het hof vernietigt het vonnis en verklaart het openbaar ministerie niet ontvankelijk in zijn strafvervolging ter zake van het tenlastegelegde. Deze beslissing is genomen door de tweede meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is openbaar uitgesproken op de terechtzitting van 24 oktober 2008.

Uitspraak

arrestnummer:
parketnummer: 23-004056-07
datum uitspraak: 24 oktober 2008
TEGENSPRAAK
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 juni 2007 in de strafzaak onder parketnummer 13-525020-07 van het openbaar ministerie
tegen
[verdachte]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 oktober 2008.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de eerste rechter.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in zijn vervolging
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vervolging dient te worden verklaard nu het strafdossier van bovengenoemde verdachte zoek is geraakt en diverse zoekacties naar betreffend dossier geen resultaat hebben gehad. Desgevraagd heeft de advocaat-generaal voorts aangegeven dat onvoldoende schaduwstukken beschikbaar zijn voor een verdere behandeling van onderhavige strafzaak.
Nu het hof niet beschikt over het strafdossier in onderhavige zaak en, gelet op voorgaande mededelingen van de advocaat-generaal, naar het oordeel van het hof ook niet de verwachting gerechtvaardigd is dat het binnen afzienbare tijd de beschikking hierover zal hebben, kan geen onderzoek van de zaak door het hof plaatsvinden, welke omstandigheid aan het openbaar ministerie moet worden toegerekend. Bij deze stand van zaken dient het openbaar ministerie niet ontvankelijk te worden verklaard in zijn vervolging.
Beslissing
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart het openbaar ministerie niet ontvankelijk in zijn strafvervolging ter zake van het tenlastegelegde.
Dit arrest is gewezen door de tweede meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.A. Schimmel, mr. D.J.M.W. Paridaens - van der Stoel en mr. M.J. Borgers, in tegenwoordigheid van mr. E. Wiersma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 oktober 2008.
Mr. M.J. Borgers is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.