ECLI:NL:GHAMS:2008:BD4338
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaarschrift tegen aanslagen inkomstenbelasting en premie arbeidsongeschiktheidsverzekering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 april 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat door belanghebbende was ingediend tegen aanslagen inkomstenbelasting en premie arbeidsongeschiktheidsverzekering. De belanghebbende had een aanslag ontvangen van de inspecteur op 9 november 2001, waarbij een belastbaar inkomen van ƒ 70.000 was vastgesteld en verzuimboetes waren opgelegd. Het bezwaarschrift dat door de belanghebbende was ingediend op 12 november 2004, werd door de inspecteur niet-ontvankelijk verklaard, omdat het niet tijdig was ingediend. De rechtbank Haarlem had deze beslissing op 10 januari 2006 bevestigd, waarop belanghebbende in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 21 november 2007 heeft de belanghebbende verklaard dat hij door gezondheidsproblemen, waaronder een chronische alvleesklierontsteking en depressie, niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. Het Hof heeft echter geoordeeld dat, hoewel de belanghebbende in een slechte gezondheid verkeerde, dit niet voldoende was om de termijnoverschrijding te verontschuldigen. Het Hof heeft vastgesteld dat de termijn voor bezwaar op 10 november 2001 begon en eindigde op 21 december 2001. Het bezwaarschrift was pas drie jaar later ingediend, wat niet als tijdig kon worden beschouwd.
Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de inspecteur terecht het bezwaarschrift niet-ontvankelijk heeft verklaard. De beslissing van de inspecteur om de aanslagen niet ambtshalve te verminderen, was niet voor bezwaar vatbaar. De belanghebbende werd erop gewezen dat hij binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep in cassatie kon instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het Hof geen termen aanwezig achtte om een partij in de kosten te veroordelen.