ECLI:NL:GHAMS:2008:BD4327
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.A.G. van der Ouderaa
- J. den Boer
- P.F. Goes
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en boetebeschikking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een aanslag in de inkomstenbelasting en een opgelegde verzuimboete. De inspecteur van de Belastingdienst had aan belanghebbende, een huisarts, een aanslag opgelegd voor het jaar 2002, berekend op een belastbaar inkomen van € 100.000. Na bezwaar werd deze aanslag verlaagd tot € 76.708, maar de boete van € 1.134 bleef gehandhaafd. De rechtbank oordeelde dat belanghebbende de vereiste aangifte niet had gedaan, waardoor de bewijslast bij haar lag om aan te tonen dat de uitspraak op bezwaar onjuist was. Het Hof bevestigde dit oordeel en benadrukte dat 'aantonen' betekent 'overtuigend aantonen'.
Belanghebbende voerde aan dat bepaalde kosten, zoals cursuskosten en telefoonkosten, aftrekbaar waren. Het Hof oordeelde dat de cursuskosten voor huisartsen in het Erasmus Medisch Centrum en de Boerhaavekliniek aftrekbaar waren, maar dat de kosten voor cursussen bij een andere organisatie niet overtuigend waren aangetoond. De scholingsaftrek werd verhoogd met 80% van de goedgekeurde cursuskosten. Wat betreft de telefoonkosten kon belanghebbende niet overtuigen dat deze kosten zakelijk waren.
De boete werd door het Hof als passend beschouwd, gezien het aantal eerdere verzuimen van belanghebbende. Het Hof oordeelde dat er geen sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn en dat de boete niet verlaagd hoefde te worden. Uiteindelijk werd de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen van € 75.267, en werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. De uitspraak van de rechtbank werd gedeeltelijk vernietigd, maar de boete bleef in stand.