ECLI:NL:GHAMS:2008:BC5523
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak over arbeid vreemdelingen zonder vergunning
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 januari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Alkmaar. De verdachte was aangeklaagd voor het laten verrichten van arbeid door vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning, zoals vastgelegd in de Wet arbeid vreemdelingen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen sprake was van werkgeverschap in de ruime zin van de wet. De verdachte werd vrijgesproken omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat hij de vreemdelingen in dienst had. De verklaring van de verdachte en de getuigenverklaringen wezen erop dat de vreemdelingen in dienst waren van een andere werkgever en dat de verdachte hen niet had ingehuurd of instructies had gegeven. De werkzaamheden die de vreemdelingen verrichtten, werden uitgevoerd door de eigen werknemers van de verdachte. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij, waarbij het hof de vordering van de advocaat-generaal om een voorwaardelijke geldboete op te leggen, niet heeft gehonoreerd. De uitspraak is gedaan door de 2e meervoudige economische strafkamer van het gerechtshof, met inachtneming van de procedurele aspecten van het hoger beroep.