ECLI:NL:GHAMS:2007:BC4149
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J. den Boer
- E.A.G. van der Ouderaa
- R.H. Happé
- Rechtspraak.nl
Fout in aanslag inkomstenbelasting door administratieve intoetsfout
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem. De zaak betreft een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 1999, opgelegd aan belanghebbende, een leraar/docent die ook postzegelveilingen organiseert. De inspecteur had de aanslag vastgesteld op basis van een belastbaar inkomen van ƒ 83.932, maar dit bleek te laag door een fout in de aanslagregeling. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de aanslag te laag was vastgesteld als gevolg van een verwijtbaar onjuist inzicht van de inspecteur in de feiten, en niet door een vergissing in de administratie.
De inspecteur had het bezwaar van belanghebbende afgewezen, maar de rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond. In hoger beroep stelde de inspecteur dat de aanslagregelend ambtenaar wel degelijk de afwijkingen in de tussentellingen had opgemerkt, maar het Hof oordeelde dat de fout in de aanslag uitsluitend terug te voeren was op een niet opgemerkte en niet gecorrigeerde intoetsfout van een administratieve medewerker. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de ingediende aangifte van belanghebbende, afgezien van de rubricering, juist was. Het Hof kende belanghebbende recht op vergoeding van proceskosten in hoger beroep.
De uitspraak van het Hof werd openbaar uitgesproken op 24 oktober 2007. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. De beslissing van het Hof bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en legt de verantwoordelijkheid voor de fout bij de Belastingdienst, waarbij belanghebbende niet te kwader trouw was.