ECLI:NL:GHAMS:2007:BA2477
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.J.G.B. Heutink
- M.M.H.P. Houben
- C.J.D. Waal
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in openlijke geweldpleging na onvoldoende bewijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 april 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor openlijke geweldpleging, maar het hof oordeelde dat de feiten en omstandigheden uit het opsporingsonderzoek onvoldoende bewijs boden voor een veroordeling. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte dezelfde straf zou krijgen als eerder opgelegd door de kinderrechter, maar het hof kwam tot de conclusie dat er niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de hem tenlastegelegde feiten had gepleegd. Het hof sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen.
De zaak werd behandeld op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting. Het hof nam kennis van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw. De tenlastelegging werd in het arrest overgenomen, waarbij eventuele taal- en schrijffouten verbeterd werden zonder de verdachte in zijn verdediging te schaden.
Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht, waarbij het de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke werkstraf afwees. De beslissing van het hof was gebaseerd op de conclusie dat de verdachte niet had bijgedragen aan de openlijke geweldpleging, waardoor de eerdere veroordeling niet in stand kon blijven. Het arrest werd uitgesproken in de openbare terechtzitting van het hof, waarbij de betrokken rechters en de griffier aanwezig waren. Mr. Waal was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.