ECLI:NL:GHAMS:2004:AQ5832
Gerechtshof Amsterdam
- Mondelinge uitspraak
- M. van Loon
- J. de Jong
- Rechtspraak.nl
Gelijke behandeling bij betaling van belastingschuld: girale versus contante betaling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 juli 2004 uitspraak gedaan in het beroep van X B.V. tegen de beslissing van de Inspecteur van de Belastingdienst P, die een verzuimboete had opgelegd in verband met de afdracht van loonbelasting/premie volksverzekeringen over het tweede kwartaal van 2003. De belanghebbende stelde dat er sprake was van ongelijke behandeling tussen degenen die hun belastingschuld via girale betaling voldoen en degenen die contant betalen op de laatste dag van de betaalperiode. Het Hof oordeelde dat het moment van betaling bij girale betaling pas is vastgesteld op het moment dat het bedrag op de rekening van de Belastingdienst is bijgeschreven, wat kan leiden tot een vertraging in vergelijking met contante betalingen die direct worden verwerkt. De belanghebbende had de verschuldigde belasting van € 4755 op 31 juli 2003 via girobetaling overgemaakt, maar deze was pas op 1 augustus 2003 bijgeschreven op de rekening van de Belastingdienst. Hierdoor oordeelde het Hof dat de betaling te laat was en dat de opgelegde verzuimboete van € 237, zijnde 5% van de niet tijdig betaalde belasting, terecht was. Het Hof concludeerde dat de stelling van de belanghebbende over het gelijkheidsbeginsel niet opging, omdat de feitelijke en juridische situaties niet vergelijkbaar waren. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en belanghebbende werd gewezen op de mogelijkheid om binnen vier weken een schriftelijke uitspraak aan te vragen.