ECLI:NL:CRVB:2025:944
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting in het kader van een hennepkwekerij
In deze zaak gaat het om de besluiten van het dagelijks bestuur tot intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die sinds 14 november 2019 bijstand ontving op grond van de Participatiewet. Het dagelijks bestuur heeft deze besluiten genomen omdat in de woning van appellant een hennepkwekerij werd aangetroffen, en aangenomen wordt dat appellant met het faciliteren van deze kwekerij inkomsten heeft genoten, die hij niet heeft gemeld. Appellant betwist dat er sprake is geweest van een eerdere oogst en stelt dat het recht op bijstand wel kan worden vastgesteld. De Raad voor de Rechtspraak bevestigt echter de besluiten van het dagelijks bestuur en oordeelt dat appellant de inlichtingenverplichting heeft geschonden. De Raad stelt vast dat het faciliteren van een hennepkwekerij een voortdurende activiteit is, waaruit inkomsten kunnen worden verworven. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en het hoger beroep van appellant slaagt niet. De intrekking en terugvordering blijven in stand, en appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.