Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 3.628,-;
- bepaalt dat het Uwv het in beroep en hoger beroep door appellante betaalde griffierecht van in totaal € 186,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. D. Gürses, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het onderzoek ter zitting vond plaats op 2 november 2023, waarbij mr. Gürses voor appellante verscheen en het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. L.J.M.M. de Poel. Tijdens de procedure heeft de Raad het onderzoek heropend en een onafhankelijk deskundige benoemd, die op 10 oktober 2024 een rapport heeft uitgebracht. Op 11 maart 2025 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen. Vervolgens heeft mr. Gürses namens appellante op 29 maart 2025 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor het Uwv. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gebleven, conform artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft vastgesteld dat appellante het hoger beroep heeft ingetrokken omdat het Uwv tegemoet is gekomen aan haar beroepschrift. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 3.628,- bedragen, en heeft bepaald dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 186,- dient te vergoeden.