ECLI:NL:CRVB:2025:770
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand met betrekking tot de ingangsdatum en bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van bijstand aan appellant. Appellant had bijstand aangevraagd met terugwerkende kracht vanaf 6 augustus 2022, maar het dagelijks bestuur van Werksaam Westfriesland had de bijstand pas toegekend met ingang van 10 oktober 2022. Appellant stelde dat zijn mentale gesteldheid hem verhinderde zich eerder te melden voor bijstand. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde dit oordeel. De Raad oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat er bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigden. De Raad volgde de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat de toekenning van bijstand met ingang van 10 oktober 2022 in stand blijft. Appellant kreeg geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht werd niet teruggegeven.