ECLI:NL:CRVB:2025:757
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, waarin haar aanvraag voor een maatwerkvoorziening voor opvang was afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 april 2025 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat appellante geen procesbelang heeft. De Raad heeft vastgesteld dat aan appellante vanaf 21 augustus 2024 een maatwerkvoorziening voor opvang is verstrekt, waardoor een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit geen feitelijke betekenis meer heeft voor haar. De Raad heeft de procesgang besproken, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. J.J.M. van Asten, die zich later heeft onttrokken. Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven heeft de zaak behandeld en is vertegenwoordigd door mr. P. Haex. De Raad heeft de zaak op een zitting van 12 maart 2025 behandeld, waarbij appellante aanwezig was. De Raad concludeert dat appellante geen procesbelang heeft, omdat de maatwerkvoorziening nog steeds loopt en een inhoudelijke uitspraak geen gevolgen meer voor haar zal hebben. De Raad heeft ook opgemerkt dat appellante zich kan melden voor opvang, ondanks de uitspraak. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.