ECLI:NL:CRVB:2025:711
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van procesbelang in aanvraag maatwerkvoorziening Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 april 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe. Appellant, geboren in 2015, had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) voor een sleutelkastje en/of elektronische deurontgrendeling. Het college heeft deze aanvraag afgewezen, omdat het sleutelkastje geen ondersteuning biedt voor zelfredzaamheid en participatie. Na bezwaar heeft het college de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard, omdat er inmiddels een woningaanpassing was verstrekt in de vorm van codetableaus. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
Appellant was het niet eens met deze uitspraak en heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 10 oktober 2024 is de zaak behandeld, waarbij appellant werd bijgestaan door zijn vader en mr. K. Wevers. Het college werd vertegenwoordigd door mr. L. Boxsem, N.G. Mijdam en M. Roomer. De Raad heeft het onderzoek gesloten zonder een nadere zitting, omdat er geen procesbelang meer was. De Raad oordeelde dat er geen belang was bij een inhoudelijke beoordeling van de bezwaren, aangezien de gevraagde maatwerkvoorziening overbodig was geworden door de eerder verstrekte woningaanpassing.
De Raad heeft ook de stelling van appellant over immateriële schade verworpen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en geen proceskostenvergoeding toegekend aan appellant.