ECLI:NL:CRVB:2025:707
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ZW-uitkering van appellante en de beoordeling van de medische belastbaarheid
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellante door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) per 29 maart 2023. Appellante stelt dat zij door haar medische beperkingen niet in staat was om de eerder geselecteerde functies te vervullen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 8 mei 2025, waarbij appellante werd bijgestaan door haar advocaat, mr. I. Amghar, en het Uwv werd vertegenwoordigd door drs. J.C. van Beek. De Raad oordeelt dat het Uwv de ZW-uitkering terecht heeft beëindigd, omdat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en er geen aanleiding is om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid van appellante. De Raad volgt de rechtbank in haar oordeel dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft gemotiveerd dat de geselecteerde functies passen binnen de belastbaarheid van appellante, ondanks haar psychische en fysieke klachten. De Raad heeft ook overwogen dat appellante geen nieuwe medische informatie heeft ingebracht die de eerdere conclusies zou kunnen ondermijnen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, wat betekent dat de beëindiging van de ZW-uitkering per 29 maart 2023 in stand blijft.