ECLI:NL:CRVB:2025:469
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, waarin het beroep van appellant tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door het Uwv gegrond werd verklaard. Appellant wilde dat het Uwv nieuwe besluiten op bezwaar nam naar aanleiding van zijn herzieningsverzoek. Het Uwv had echter al beslist op dit verzoek met besluiten van 31 juli en 2 augustus 2023. De rechtbank oordeelde dat het Uwv tijdig had beslist en legde een dwangsom op voor het niet tijdig nemen van besluiten. Appellant stelde dat het Uwv niet volledig op zijn herzieningsverzoek had beslist en dat hij procesbelang had bij zijn hoger beroep. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde echter dat appellant geen procesbelang had, omdat het Uwv al had beslist op zijn verzoek en appellant geen bezwaar had gemaakt tegen die besluiten. De Raad verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvond. Appellant kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.