ECLI:NL:CRVB:2025:394
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Vaststelling mate van arbeidsongeschiktheid en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak gaat het om de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante door het Uwv, die deze heeft vastgesteld op 72,02% per 23 januari 2019. De wijziging van de WGA-loonaanvullingsuitkering gaat pas in op 1 oktober 2025, rekening houdend met een uitlooptermijn van 24 maanden. Appellante betwist deze vaststelling en stelt dat het Uwv in strijd handelt met het verbod van reformatio in peius. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld en dat de wijziging van de uitkering op de juiste wijze is doorgevoerd. Daarnaast wordt het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toegewezen, omdat de procedure langer heeft geduurd dan toegestaan. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt het Uwv tot betaling van € 500,- aan appellante voor de overschrijding van de redelijke termijn.