ECLI:NL:CRVB:2025:387
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verhoging aflossingsbedrag bijstand door invoering Wvbvv
In deze zaak gaat het om de verhoging van het aflossingsbedrag dat appellanten maandelijks via inhouding op hun bijstandsuitkering aflossen op hun schuld bij het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven. De verhoging is het gevolg van de invoering van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (Wvbvv). Appellanten stellen dat zij een afspraak hebben gemaakt met het college dat zij € 32,73 per maand aflossen en dat zij erop mochten vertrouwen dat dit bedrag ongewijzigd zou blijven. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat het college terecht het aflossingsbedrag heeft verhoogd naar € 85,40 per maand per 1 januari 2023, in overeenstemming met de Wvbvv. De Raad stelt vast dat het college gedurende een lange periode stil heeft gezeten en het aflossingsbedrag niet heeft aangepast aan de jaarlijkse indexering van de bijstand, maar dat dit stilzitten op zichzelf geen grond is voor appellanten om te vertrouwen op een ongewijzigd aflossingsbedrag. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die het beroep van appellanten tegen het bestreden besluit ongegrond heeft verklaard. De uitspraak is gedaan op 21 januari 2025.