ECLI:NL:CRVB:2025:368
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid en schadevergoeding bij overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak gaat het om de vraag of het Uwv terecht heeft vastgesteld dat appellant per 1 oktober 2018 volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is. Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die het beroep tegen een eerdere beslissing van het Uwv ongegrond verklaarde. De Raad heeft een deskundige benoemd om de medische situatie van appellant te beoordelen. De deskundige concludeerde dat appellant op de datum in geding meer beperkingen had dan eerder vastgesteld, maar dat er geen sprake was van duurzaamheid van de arbeidsbeperkingen. De Raad oordeelde dat het Uwv appellant terecht als volledig arbeidsongeschikt heeft aangemerkt, maar niet duurzaam. Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat de redelijke termijn voor de procedure is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding voor appellant. De Raad heeft de eerdere besluiten van het Uwv vernietigd en de Staat der Nederlanden veroordeeld tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de gevolgen van langdurige juridische procedures voor de betrokkenen.