ECLI:NL:CRVB:2025:1745
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Rectificatie van uitspraak inzake proceskostenveroordeling in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 november 2025 uitspraak gedaan over een rectificatie van een eerdere uitspraak van 19 februari 2025, geregistreerd onder nummer 21/1604 WIA. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J. van Helden, had geconstateerd dat er onjuistheden waren in de eerdere uitspraak, met name met betrekking tot de proceskosten die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) vergoed dienden te worden. De Raad heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie, maar er is geen bezwaar ontvangen binnen de gestelde termijn van vier weken. Hierdoor heeft de Raad besloten de uitspraak te rectificeren.
De rectificatie betreft met name de proceskostenveroordeling. De Raad heeft vastgesteld dat de toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aanleiding geeft om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van de appellant in zowel beroep als hoger beroep. De kosten zijn begroot op € 1.814,- voor de kosten in beroep en € 2.267,50 voor de kosten in hoger beroep, met daarnaast recht op vergoeding van reiskosten. De uiteindelijke beslissing van de Raad is dat het Uwv in totaal € 4.392,73 aan proceskosten aan de appellant moet vergoeden. Deze rectificatie is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.