Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusies en gevolgen
BESLISSING
- wijst het verzoek om herziening af;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoekster op 4 maart 2025 verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 27 februari 2025. Dit verzoek is gedaan omdat verzoekster het niet eens is met de schikking die is getroffen tijdens een eerdere zitting op 29 november 2017, waarbij zij een financiële tegemoetkoming in haar vervoerskosten heeft ontvangen. Verzoekster stelt dat het bedrag dat zij ontvangt te laag is en dat zij al jaren onrecht wordt aangedaan. De Raad heeft het verzoek om herziening afgewezen, omdat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden. De Raad benadrukt dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor hernieuwde discussies over eerdere uitspraken. Bovendien heeft verzoekster al meerdere procedures over hetzelfde onderwerp gevoerd, wat volgens de Raad kan worden aangemerkt als kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. De Raad adviseert verzoekster om zich neer te leggen bij de eerdere uitspraken en een nieuw verzoek om herziening kan om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard. Het verzoek om schadevergoeding is eveneens afgewezen, omdat hiervoor geen grondslag bestaat volgens de wet. De Raad heeft wel aangegeven dat verzoekster een nieuwe aanvraag voor een vervoersvoorziening kan indienen bij het college, indien zij meent dat haar huidige situatie dit rechtvaardigt.