ECLI:NL:CRVB:2024:970
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 24 januari 2022 na zorgvuldige beoordeling door het Uwv
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 24 januari 2022. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep gevolgd kunnen worden. Appellante had zich ziekgemeld na een verkeersongeval en ontving een ZW-uitkering. Het Uwv beëindigde deze uitkering omdat appellante in staat werd geacht om andere functies te vervullen, ondanks haar beperkingen. Appellante was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting waar zowel appellante als het Uwv aanwezig waren. De Raad concludeert dat er geen toename van beperkingen is vastgesteld ten opzichte van de eerdere beoordeling en bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het bezwaar van appellante ongegrond had verklaard. De Raad oordeelt dat de beëindiging van de ZW-uitkering per 24 januari 2022 terecht is en dat appellante geen recht heeft op vergoeding van proceskosten.