ECLI:NL:CRVB:2024:931
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen om bijstand wegens onvoldoende duidelijkheid over woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van aanvragen om bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Venlo. Appellant had aanvragen ingediend voor zowel algemene als bijzondere bijstand, maar het college heeft deze aanvragen afgewezen op basis van onvoldoende duidelijkheid over zijn woon- en leefsituatie. De Raad oordeelt dat appellant niet voldoende inzicht heeft gegeven in de adressen waar hij heeft verbleven, waardoor het college niet in staat was om gericht onderzoek te doen naar zijn situatie.
De procedure begon met de aanvraag van appellant op 29 juni 2020, waarbij hij aangaf geen vaste woon- en verblijfplaats te hebben. Ondanks verzoeken om nadere gegevens, waaronder informatie over zijn verblijfplaatsen, heeft appellant geen controleerbare gegevens kunnen aanleveren. De Raad heeft vastgesteld dat appellant geen bewijs heeft geleverd van zijn feitelijke verblijfplaatsen, wat essentieel is voor het vaststellen van recht op bijstand. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak.
De Raad benadrukt dat de bewijslast voor het recht op bijstand bij de aanvrager ligt. Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeert, en de Raad concludeert dat de afwijzing van de aanvragen in stand blijft. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.