ECLI:NL:CRVB:2022:2555
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand voor dakloze zonder controleerbare verblijfplaatsinformatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die dakloos is en geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, had een aanvraag voor bijstand ingediend op basis van de Participatiewet. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de appellant onvoldoende controleerbare informatie heeft verstrekt over zijn verblijfplaats. De Raad heeft vastgesteld dat het college gerechtigd was om naar de feitelijke verblijfslocaties van de appellant te vragen, aangezien deze informatie essentieel is voor het vaststellen van het recht op bijstand. De appellant had enkel aangegeven bij vrienden of in zijn auto te verblijven, zonder verdere details te verstrekken, wat niet voldeed aan de vereisten voor controleerbare gegevens. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant tegen de afwijzing van de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard voor het deel dat betrekking had op het weigeren van een postadres en ongegrond verklaard voor de afwijzing van de bijstandsaanvraag. In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat hij wel degelijk informatie had verstrekt en dat het college meer maatwerk had moeten toepassen. De Raad heeft deze gronden echter verworpen, omdat de appellant niet de benodigde informatie had gegeven en het college niet meer had gevraagd dan noodzakelijk was. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.