ECLI:NL:CRVB:2024:930
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- F. Hoogendijk
- M. Kleijn Hesselink
- Rechtspraak.nl
Beslag op gehuwdenbijstand en schulden van de partner in het kader van de Participatiewet
In deze zaak staat centraal of het college van burgemeester en wethouders van Berg en Dal terecht een bedrag heeft ingehouden op de gehuwdenbijstand van belanghebbende ter uitvoering van een gelegd derdenbeslag op de vorderingen van haar partner. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college niet buiten het kader van het gelegde beslag is getreden. De appellante, die als bewindvoerder optreedt voor belanghebbende, betoogt dat het beslag niet op de helft van de bijstand van belanghebbende gelegd kon worden, omdat zij geen schuld had aan de beslaglegger. De Raad stelt vast dat de vordering van de partner op het college de gehele gehuwdenbijstand omvat, en dat belanghebbende en haar partner gezamenlijk recht hebben op deze bijstand. De Raad bevestigt dat het college verplicht is om medewerking te verlenen aan het derdenbeslag, zonder de geldigheid en omvang daarvan te beoordelen. De rechtbank Gelderland had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep van appellante niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.