ECLI:NL:CRVB:2024:810
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Toekenning van AIO-aanvulling en de ingangsdatum zonder bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) aan appellant. De Raad beoordeelde of de Sociale verzekeringsbank (Svb) de AIO-aanvulling met verdergaande terugwerkende kracht had moeten toekennen. Appellant had zich na eerdere afwijzingen opnieuw gemeld voor de AIO-aanvulling en had een taxatierapport van zijn woning in Turkije overgelegd. De Svb had de aanvraag afgewezen omdat het taxatierapport niet eerder was ingediend. De Raad oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een toekenning met terugwerkende kracht rechtvaardigden. Appellant had niet aangetoond dat hij niet in staat was om de AIO-aanvulling eerder aan te vragen. De enkele stelling dat hij een hoge leeftijd heeft en de Nederlandse taal slecht beheerst, was onvoldoende om af te wijken van de standaardprocedure. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard. De conclusie was dat het hoger beroep niet slaagde en dat appellant geen proceskostenvergoeding of griffierecht kreeg toegewezen.