ECLI:NL:CRVB:2017:3163
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum AIO-aanvulling en bijzondere omstandigheden bij intrekking
In deze zaak gaat het om de ingangsdatum van de AIO-aanvulling voor appellant, die naast zijn ouderdomspensioen een aanvullende inkomensvoorziening ontving. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had het recht op AIO-aanvulling opgeschort omdat appellant niet tijdig de gevraagde gegevens had verstrekt. Na een nieuwe aanvraag werd de AIO-aanvulling met terugwerkende kracht toegekend, maar appellant maakte bezwaar tegen de ingangsdatum. De Svb verklaarde het bezwaar ongegrond, omdat appellant geen bijzondere omstandigheden had aangevoerd die een afwijking van de standaardregel rechtvaardigden.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging. Hij voerde aan dat hij de Nederlandse taal niet machtig was en daardoor verkeerde informatie had verstrekt, en dat de Svb op de hoogte was van zijn verblijf in het buitenland. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en stelde vast dat appellant zijn argumenten eerder had moeten aanvoeren in de procedure tegen het eerdere besluit van de Svb. De uitspraak werd gedaan op 12 september 2017.