Uitspraak
SAMENVATTING
(onder meer) het achttiende jaar. Verder heeft het Uwv het verbod van reformatio in peius niet in acht genomen en is een te laag bedrag toegekend aan schadevergoeding in verband met overschrijding van de redelijke termijn. De Raad volgt appellante hierin niet en komt tot het oordeel dat het Uwv op goede gronden niet is terug gekomen van de weigering om appellante een Wajong-uitkering toe te kennen. Daarnaast oordeelt de Raad dat het bedrag aan schadevergoeding door de rechtbank niet te laag is vastgesteld.
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
(bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar ongegrond verklaard. Aan dit besluit liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag. Volgens het Uwv is weliswaar sprake van een toename van beperkingen binnen vijf jaar nadat appellante per 1 september 2011 is gestopt met haar studie, maar die beperkingen komen niet voort uit een ziekteoorzaak die destijds al aanwezig was.