ECLI:NL:CRVB:2024:697
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand na niet aanvragen van toeslag
Deze zaak betreft de terugvordering van bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam van appellante tot een bedrag van € 1.363,65. Het college heeft deze terugvordering ingesteld na herziening van de bijstand, omdat appellante een toeslag op grond van de Toeslagenwet niet heeft aangevraagd. Appellante heeft als enige beroepsgrond aangevoerd dat het college ten onrechte de zesmaandenjurisprudentie niet heeft toegepast. De Centrale Raad van Beroep is van oordeel dat het college de bijstand terecht heeft herzien en de terugvordering in stand kan blijven. De Raad oordeelt dat appellante niet heeft voldaan aan de verplichting om de toeslag aan te vragen, ondanks herhaalde verzoeken van het college. De terugvordering is gelijk aan het bedrag van de toeslag waar appellante recht op had gehad als zij deze had aangevraagd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep van appellante ongegrond heeft verklaard. Appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.