ECLI:NL:CRVB:2024:660
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 3 april 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/3082 WW. Het hoger beroep van appellant is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant was eerder op de hoogte gesteld van de verschuldigdheid van het griffierecht en had meerdere herinneringen ontvangen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had op 28 september 2023 in eerste aanleg uitspraak gedaan in deze zaak, maar het hoger beroep kon niet inhoudelijk worden behandeld vanwege het niet tijdig voldoen aan de betalingsverplichting. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellant niet in verzuim was geweest, maar dat het hoger beroep desondanks niet-ontvankelijk was. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet aan te tekenen.