ECLI:NL:CRVB:2024:56
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening opvang en weigering noodopvang door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 10 januari 2024 wordt de afwijzing van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening opvang en de weigering van noodopvang door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam behandeld. Appellante, een Surinaamse vrouw die sinds 2018 in Nederland verblijft, heeft een aanvraag ingediend voor opvang op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het college heeft deze aanvraag afgewezen, omdat appellante als zelfredzaam wordt beschouwd. De Raad bevestigt deze afwijzing en oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor een maatwerkvoorziening opvang. De Raad stelt vast dat appellante in staat is om zelf in haar eigen onderhoud te voorzien en dat haar zoon niet gedwongen wordt het grondgebied van de Unie te verlaten door het onthouden van noodopvang. De Raad wijst erop dat de Wmo 2015 niet bedoeld is om een tekort aan betaalbare woonruimte op te lossen. De Raad concludeert dat de afwijzing van de aanvraag voor opvang en de weigering van noodopvang terecht zijn, en dat er geen aanleiding is voor het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. De uitspraak benadrukt ook de zorgelijke woningnood in Nederland en roept de centrale overheid op om samen met lagere overheden en instanties een oplossing te zoeken voor dit probleem.