Uitspraak
29 juli 2022, 21/1574 (aangevallen uitspraak)
mr. S. Praagman.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
2 mei 2021 heeft beëindigd. Volgens appellant was hij toen door zijn (medische) beperkingen niet in staat om passende functies te vervullen zodat hij onveranderd recht heeft op een ZW-uitkering. De Raad volgt dit standpunt niet en komt tot het oordeel dat het Uwv de
ZW-uitkering terecht heeft beëindigd.
Inleiding
20 januari 2021.
Het oordeel van de Raad
12 februari 2020 waarin de adductie bij appellant wordt beschreven. In het rapport van de verzekeringsarts van 20 januari 2021 wordt na onderzoek op 18 januari 2021 de endorotatie van de schouder beschreven. Daarbij wordt nog in aanmerking genomen dat de deskundige medische informatie van de afdeling Chirurgie en van de afdeling Radiologie van het Ommelander Ziekenhuis Groningen heeft opgevraagd en ontvangen en in de beoordeling betrokken. Dat appellant uit het rapport van 15 februari 2023 van orthopeed Eleveld heeft opgemaakt dat rekening moet worden gehouden met een urenbeperking, maakt, wat daar ook van zij, het voorgaande niet anders.
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
Bijlage
(…)
(…)
(…)
5. Onder maatmaninkomen wordt verstaan hetgeen gezonde personen met soortgelijke opleiding en ervaring, ter plaatse waar hij arbeid verricht of het laatst heeft verricht, of in de omgeving daarvan met arbeid gewoonlijk verdienen.