Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
mr. L.J.M.M. de Poel.
OVERWEGINGEN
Inleiding
36,46 uur per week. In aansluiting daarop heeft appellant een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) ontvangen. Op 15 april 2016 heeft appellant zich vanuit de WW ziekgemeld. Na afloop van de voorgeschreven wachttijd heeft het Uwv aan appellant met ingang van 13 april 2018 een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de
Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 46,10%.
17 december 2018 aan appellant bekendgemaakt. In dit voorgenomen besluit is te kennen gegeven dat, in verband met de gewijzigde mate van arbeidsongeschiktheid, de
WGA-vervolguitkering per 1 september 2019 zal worden aangepast naar een
WGA-vervolguitkering gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%.
20 augustus 2020 zal worden aangepast naar een WGA-vervolguitkering gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%.
24 februari 2021 gemotiveerd uiteen heeft gezet dat gekozen is voor een inhoudelijke aanpassing van de passende arbeid in plaats van een urenbeperking. Hierbij is rekening gehouden met de vermoeidheidsklachten van appellant en is overwogen dat hij slechts fysiek en energetisch lichte arbeid kan verrichten.
knijp- en grijpkracht.