In deze zaak gaat het om de weigering van het Uwv om appellant een uitkering op grond van de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) toe te kennen. Appellant, die sinds 2000 als zelfstandig ondernemer werkzaam is als timmerman/dakspecialist, heeft in het verleden een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering gehad. Deze verzekering eindigde op 17 september 2021, waarna appellant verzocht om een WAZ-uitkering. Het Uwv heeft dit verzoek afgewezen, omdat appellant minder dan 25% arbeidsongeschikt is. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld en geoordeeld dat het Uwv terecht heeft afgewezen. De rechtbank Midden-Nederland had eerder het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De Raad concludeert dat de toegenomen beperkingen van appellant, die per 24 mei 2007 zijn vastgesteld, niet leiden tot een recht op WAZ-uitkering, aangezien de Wet einde toegang verzekering WAZ in werking is getreden op 1 augustus 2004. Hierdoor is appellant niet meer verzekerd voor de WAZ na het beëindigen van zijn particuliere verzekering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en het hoger beroep van appellant wordt afgewezen.