ECLI:NL:CRVB:2024:2457
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure. De verzoekster had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam en verzocht om schadevergoeding omdat de procedure te lang had geduurd. De Raad oordeelde dat de redelijke termijn was overschreden, maar dat er geen aanleiding was om de schadevergoeding te verhogen, aangezien de procedure betrekking had op twee aanvragen die vrijwel aansluitend waren en er geen extra spanning of frustratie was veroorzaakt door het feit dat het om twee aanvragen ging. De Raad kende een schadevergoeding toe van € 2.500,-, gebaseerd op de overschrijding van de redelijke termijn van zes jaar en twee dagen, die eindigde op het moment dat verzoekster een schikking had bereikt. De Staat der Nederlanden werd veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding en ook in de proceskosten van verzoekster, die werden begroot op € 437,50. De uitspraak werd gedaan op 10 december 2024.