ECLI:NL:CRVB:2024:2395
Centrale Raad van Beroep
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang na benoeming in seniorfunctie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 december 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen de korpschef van politie. De appellant had eerder verzocht om aanmelding voor het overgangsbeleid voor seniorfuncties, maar zijn verzoek was afgewezen. De rechtbank Limburg had het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard. De appellant was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep. Tijdens de procedure heeft de appellant echter bekendgemaakt dat hij inmiddels met succes was benoemd in een seniorfunctie, waardoor de Raad zich moest afvragen of er nog procesbelang was bij de beoordeling van de aangevallen uitspraak. De Raad concludeerde dat er geen procesbelang meer was, omdat de appellant zijn doel al had bereikt door de benoeming. Het hoger beroep werd daarom niet-ontvankelijk verklaard. De Raad besloot dat de appellant geen proceskostenvergoeding zou ontvangen en dat het betaalde griffierecht niet teruggegeven zou worden.