Uitspraak
SAMENVATTING
6 april 2021 heeft beëindigd. Volgens appellante moet een onafhankelijk deskundige worden benoemd, omdat het onderzoek van het Uwv niet zorgvuldig is geweest en was zij door haar beperkingen niet in staat de eerder in het kader van de eerstejaars ZW-beoordeling geselecteerde functies te verrichten. De Raad volgt dit standpunt van appellante niet en komt tot het oordeel dat het Uwv de ZW-uitkering terecht heeft beëindigd.
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
eerstejaars ZW-beoordeling (EZWb) heeft in 2019 een verzekeringsgeneeskundig onderzoek en een arbeidskundig onderzoek plaatsgevonden. Vervolgens heeft het Uwv de ZW-uitkering van appellante per 21 april 2019 beëindigd, omdat zij meer dan 65% kon verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd. Appellante werd niet meer in staat geacht tot het verrichten van haar laatste werk als machine-operator en lijn-operator maar wel tot het vervullen van andere functies. Per 21 april 2019 heeft het Uwv aan haar een WW-uitkering toegekend.
Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 19 maart 2021. Een arbeidsdeskundige heeft vervolgens vastgesteld dat appellante nog steeds geschikt is voor één van de in het kader van de EZWb geselecteerde functies, namelijk de functie van productiemedewerker industrie. Vervolgens heeft het Uwv bij besluit van 30 maart 2021 de ZW-uitkering van appellante per 6 april 2021 beëindigd.
reumatoloog dr. M. Custers ten onrechte niet bij het onderzoek heeft betrokken. Dit maakt dat het medisch onderzoek door het Uwv onzorgvuldig is geweest. Uit de informatie van de reumatoloog blijkt dat haar klachten wel degelijk medisch objectiveerbaar zijn. Volgens appellante had deze medische informatie de rechtbank aanleiding moeten geven voor het benoemen van een deskundige. In verband hiermee heeft appellante opnieuw verzocht een deskundige te benoemen.
Het oordeel van de Raad
artikel 19 van de ZW te kunnen dragen. Indien de medische beperkingen van betrokkene ten opzichte van de EZWb op een of meer punten van de FML zijn toegenomen, dan moet worden beoordeeld in hoeverre dit consequenties heeft voor de geschiktheid van de oorspronkelijk bij de EZWb geselecteerde functies.