Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
- veroordeelt het dagelijks bestuur in de kosten van appellant tot een bedrag van € 3.873,-;
- bepaalt dat het college aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 185,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
Op 19 november 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 23/468 PW-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 9 juli 2024, waarin een kennelijke fout in de berekening van de proceskosten werd vastgesteld. De appellant, vertegenwoordigd door mr. F.E.L. Teerling, had erop gewezen dat er geen kosten in bezwaar waren berekend en dat het griffierecht in beroep niet was vastgesteld. De Raad heeft partijen de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie. De college, het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke sociale dienst Brunssum Onderbanken Landgraaf, heeft niet gereageerd binnen de gestelde termijn, waardoor de Raad ervan uitging dat er geen bezwaar was tegen de rectificatie.
In de gewijzigde uitspraak is bepaald dat de appellant recht heeft op een vergoeding van de kosten die hij heeft gemaakt in bezwaar, beroep en hoger beroep, die in totaal zijn begroot op € 3.873,-. Daarnaast is het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van in totaal € 185,- aan de appellant. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de leden van de Raad, met de griffier aanwezig. Deze rectificatie is van belang voor de rechtszekerheid en de correcte toepassing van proceskosten in bestuursrechtelijke procedures.