Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant verzocht om zijn prestatiebeurs om te zetten in een gift vanwege medische omstandigheden. Appellant heeft gestudeerd aan twee onderwijsinstellingen, maar heeft niet binnen de diplomatermijn van 10 jaar een diploma behaald. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft het verzoek afgewezen, omdat niet voldaan was aan de eis dat uit een verklaring van een arts moest blijken dat aan de voorwaarden voor omzetting van de prestatiebeurs in een gift was voldaan. De medisch adviseur van de minister concludeerde dat er geen aanleiding was om het verzoek toe te wijzen. De rechtbank Den Haag heeft de afwijzing van de minister in stand gelaten, en appellant heeft hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep behandeld op 3 oktober 2024. Appellant was aanwezig, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door mr. G.J.M. Naber. De Raad heeft overwogen dat de minister op het advies van de medisch adviseur mocht afgaan, en dat de afwijzing van het verzoek om omzetting van de prestatiebeurs in een gift terecht was. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door zijn medische omstandigheden niet in staat was om zijn studie binnen de diplomatermijn af te ronden. De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.