ECLI:NL:CRVB:2024:2141
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag AIO-aanvulling en buiten behandeling stelling aanvraag AIO-aanvulling met betrekking tot onroerende zaken in het buitenland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om AIO-aanvulling door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De appellant, die sinds juli 2006 een aanvullende inkomensvoorziening ontving, had twee aanvragen ingediend. De eerste aanvraag werd afgewezen omdat de Svb van mening was dat de vermogenspositie van de appellant onduidelijk was, mede door het bezit van onroerende zaken in Turkije. De tweede aanvraag werd buiten behandeling gesteld omdat de appellant niet alle gevraagde bewijsstukken had overgelegd. De Raad oordeelde dat de Svb terecht had gehandeld, aangezien de appellant niet had aangetoond dat hij niet over de gevraagde stukken kon beschikken. De Raad concludeerde dat de vermogenssituatie van de appellant onduidelijk bleef, waardoor het recht op AIO-aanvulling niet kon worden vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank Den Haag werd bevestigd, en de appellant kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.